Ze zijn er weer, de bloembollen. Nu zijn ze nog mooi verpakt, in houtkrullen zoals het hoort, met mooie foto’s op de verpakking die ons al doen verlangen naar het voorjaar. Maar wanneer moeten die bollen nu ook alweer in de grond en moeten die er na de bloei ook weer uit? Zijn bollen winterhard en kunnen ze ook in pot?
Te genwoordig worden vele tuinplanten in pot gekweekt en verkocht als ze op hun mooist zijn, meer bepaald als ze volop in bloei staan. Denken we maar aan hortensia’s, rozen, vaste planten in allerlei soorten en rododendrons. Ook bloembollen worden steeds vaker geforceerd en verkocht als bloeiende huis- en balkonplant. Wie echter jaar na jaar wil genieten van bloeiende bolgewassen in de tuin, kan het best in rust zijnde bollen kopen, om ze op een geschikte plaats uit te planten. De bol kan dan op zijn eigen tempo, onder invloed van vocht en bodemtemperatuur, op het juiste moment uitlopen, bloeien, nieuwe reservestoffen opslaan en opnieuw in rust gaan, en dat jaar na jaar.
Winterharde en niet-winterharde bolgewassen
‘Normale’ planten plant je het best in het najaar. Ook bollen en knollen plant men het best in het najaar, met dien verstande dat bepaalde bollen in het najaar moeten geplant worden, omdat ze anders niet bloeien. Andere bollen mogen net niet geplant worden in het najaar, omdat ze geen vorst verdragen.
De voorjaarsbloeiende bolgewassen, zoals tulp, krokus, narcis, sieruien, blauwe druifjes… hebben behoefte aan een koudeperiode om te kunnen uitlopen en moeten dus vóór de winter (tussen september en half december) de grond in. Voorjaarsbloeiende bollen die pas in het voorjaar geplant worden, zullen in het plantjaar zelf niet meer uitlopen. Ook de zomer- en najaarsbloeiende gewassen mogen nu de grond in, tenzij ze niet winterhard zijn, zoals begonia’s en dahlia’s.
Dergelijke niet-winterharde bollen mogen pas geplant worden in het late voorjaar, als er geen kans meer is op nachtvorst. Deze bollen moeten na de bloei, vóór de eerste vorst, gerooid worden, droog en koel bewaard worden en in het voorjaar opnieuw uitgeplant worden. In de praktijk is het vrij eenvoudig: de bollen die in het najaar verkocht worden, mogen ook in het najaar geplant worden.
Hoe en waar bollen planten?
De meeste bolgewassen groeien zowel in de schaduw als in de volle zon. Later bloeiende soorten, zoals tulp, kunnen echter het best in de schaduw of halfschaduw worden aangeplant. Zo bloeien ze langer en blijven hun vaak opvallende kleuren langer fris.
Bollen kunnen, mits een goede voorbereiding van de bodem, in iedere grond geplant worden. Maak de grond onderaan in het plantgat voldoende diep los, zodat het overtollige water makkelijk kan weglopen en de bol gemakkelijk kan doorwortelen. Vermeng de grond uit het plantgat met goed verteerde compost vooraleer je het plantgat weer opvult.
De ideale plantdiepte hangt af van de grootte van de bol. Een goede standaardregel is om het plantgat minimaal 2 keer zo diep te maken als de hoogte van de bol, maar nooit dieper dan 15 cm. Grote bollen worden 10 tot 20 cm uit elkaar geplant, kleinere bolletjes 5 tot 10 cm.
Voorjaarsbloeiers zijn mooi in het gazon. Hou er echter rekening mee dat het gras dan pas mag gemaaid worden als de bovengrondse plantendelen van de bol volledig zijn afgestorven (zo’n 6 tot 8 weken na het begin van de bloei). Plant daarom alleen heel vroege bloeiers (sneeuwklokje, krokus, vroegbloeiende narcissen…) in het gazon.
Bollen doen het uitstekend tussen de wortels van vaste planten en heesters. De voorjaarsbollen bloeien vaak voor de andere planten in blad komen en zullen dus voldoende licht en ruimte hebben om in bloei te komen. Wees echter voorzichtig bij het planten, maak de plantgaten zo klein mogelijk, om beschadiging van de wortels van de vaste planten en struiken zo veel mogelijk te vermijden.
Bloembollen in potten en bakken
Heel wat vroegbloeiende bolgewassen doen het ook bijzonder goed in potten of bakken. Gooi onderaan in de pot wat potscherven over het drainagegat, zodat het overtollige giet- of regenwater vlot kan weglopen. In een grotere pot kan men bloembollen in lagen planten, waardoor de bloei over verschillende maanden gespreid kan worden.
Plant in de onderste laag de later bloeiende bloembollen (bijvoorbeeld tulp), daarbovenop de wat vroeger bloeiende bollen (bijvoorbeeld narcissen) en in de bovenste laag worden de vroegst bloeiende bollen geplant (bijvoorbeeld krokussen). Iedere laag bollen wordt afgedekt met een laag potgrond. Zorg ervoor dat de potgrond steeds licht vochtig blijft. In volle grond zijn voorjaarsbloeiende bollen wintervast, maar omdat de grond in potten veel vlugger bevriest, kunnen ze het best op een beschutte plek op de zuid- of westkant overwinteren.
Bloembollen in potten overhouden gaat moeilijk. Sommige soorten gaan in het tweede jaar nog wel wat bloeien, maar het resultaat is meestal teleurstellend. Plant daarom ieder jaar nieuwe bollen in de potten. Geschikte bloembollen voor potten en bakken zijn onder andere krokussen, kleine narcissen, lage tulpen en blauwe druifjes.
Bloembollen in de tuin
Eenjarig Heel wat eenjarige bloembollen, voornamelijk van tulpen, worden geselecteerd op hun specifieke vorm (bijvoorbeeld parkiettulpen) of hun opvallende kleuren. Veel van deze soorten worden gebruikt om eenmalig een massaal kleureffect te krijgen in perken of openbare tuinen. Deze bloembollen slaan geen of weinig reservevoedsel op. Daarom zullen de meeste tulpen het tweede jaar niet meer, of met kleine, zwakke bloemen terugkomen.
Meerjarig De meerjarige bloembollen mogen na de bloei in de grond blijven zitten en krijgen rustig de tijd om af te sterven en om zich ondergronds voor te bereiden op een volgend groeiseizoen. Bloembollen die op deze manier toegepast worden, volgen dezelfde cyclus als vaste planten. Vooral narcissen en bepaalde tulpen- en hyacintencultivars zijn geschikt voor meerjarige toepassing in de tuin.
Verwildering De bloembollen en knollen voor verwildering zijn ideale tuinplanten: ze leveren maximaal tuinplezier met een minimum aan inspanning. Verwilderingen blijven na de bloei eveneens in de grond zitten en komen jaar na jaar terug. Als extra voordeel breiden ze zich – mits geplant in een geschikte bodem – ieder jaar verder uit. Verwilderingsbollen kunnen gebruikt worden om gazons of grasbermen wat extra kleur te geven in het voorjaar, maar kunnen ook toegepast worden als onderbeplanting onder struiken of bomen of deel uitmaken van de borderbeplanting.
Voorjaarsbloembollen geschikt voor verwildering zijn onder andere: blauwe druifjes ( Muscari spp .) , paaslelies ( Narcissus spp. ), krokussen, vele botanische tulpensoorten ( Tulipa ), sneeuwklokjes ( Galanthus spp. ) , winterakoniet ( Eranthis spp. ), anemonen ( Anemone spp. ) … Bij bloembollen die geschikt zijn voor verwildering staat dit meestal op de verpakking vermeld.
En nu kan je het best vlug aan de slag gaan, want door de regen van de afgelopen weken is de bodem nu voldoende vochtig om de winterharde bloembollen met weinig moeite en veel kans op succes te kunnen planten.